Strekken van bochten

In het handboek wegontwerp staat dat bochten met een boogstraal van 400 meter uit verkeersveiligheidsoptiek en het voorkomen van bermschade niet worden aanbevolen. Echter, niet alleen de boogstraal van de bocht bepaalt de veiligheid van de bocht. Ook de verkanting en de vormgeving van de overgangsboog. De overgangsboog wordt toegepast tussen de rechtstand en de daadwerkelijke bocht om op die manier een vloeiende rijlijn te creëren en de bochtverbreding in te leiden. Deze overgangsbogen en de verkanting zijn niet geanalyseerd.

In de analyse zijn alle GOW BuBeKo nagelopen en gecontroleerd op de minimale boogstraal van een bocht van 400 meter. Krappe bochten die direct aansluiten op een kruising zijn niet meegenomen gelet op hetgeen gesteld is in de paragraaf over kruisingen. Bovendien is de snelheid van het gemotoriseerd verkeer op deze punten lager dan 80 km/u waardoor een scherpere bocht minder problematisch is. Onderstaande tabel bevat de locaties met de te strekken bochten.

In onderstaande tabel staan de locaties weergeven waar de bochtstraal minder dan 400 meter bedraagt. De lengte van de bocht is de afstand waarop de bochtstraal minder dan 400 meter is en zegt niets over de bochtstraal zelf.